Huurbescherming onderhuurder
De onderhuurder van een woning en van een 290-bedrijfsruimte (ook wel 'middenstandsbedrijfsruimte') hebben ook een vorm van huurbescherming.
Onderhuur van een woning
Bij woninghuur is dit als volgt. De onderhuurder van een zelfstandige woning mag in beginsel in de woning blijven wanneer de hoofdhuurovereenkomst tussen de verhuurder en de hoofdhuurder wordt beëindigd. De onderhuurder heeft dit recht ook als de onderverhuur zonder toestemming van de verhuurder gebeurde.
Er zijn enkele uitwegen voor de verhuurder bij voortzetting van de huurovereenkomst door de onderhuurder. Bijvoorbeeld wanneer de onderhuurovereenkomst is aangegaan met de overduidelijke bedoeling dat de onderhuurder de positie van huurder zou verkrijgen. Of wanneer de onderhuurder de huur eigenlijk niet kan betalen. In dat geval kan de verhuurder binnen zes maanden na vertrek van de hoofdhuurder naar de rechter stappen en vorderen dat de huurovereenkomst alsnog eindigt.
Dit recht van onderhuurder op voortzetting van de huurovereenkomst is er niet in geval van onderverhuur van een onzelfstandige woning (een kamer). Wanneer de hoofdhuurovereenkomst wordt beëindigd (door de verhuurder of door de hoofdhuurder) dan is de hoofdhuurder mogelijk wel schadeplichtig tegenover de onderhuurder. De hoofdhuurder kan het gehuurde immers niet meer ter beschikking stellen aan de onderhuurder en de onderhuurder lijdt hierdoor mogelijk schade, bijvoorbeeld omdat de onderhuurders elders een duurdere kamer moet aanhuren.
Onderhuur van 290-bedrijfsruimte
Bij onderhuur van 290-bedrijfsruimte (ook wel middenstandsbedrijfsruimte) ligt het als volgt. Wanneer de hoofdhuurovereenkomst door de verhuurder wordt opgezegd en de opzegging door de kantonrechter is goedgekeurd, eindigt de onderhuurovereenkomst.
De hoofdhuurder is echter verplicht in de beëindigingsprocedure te waken voor de belangen van de onderhuurder. Wanneer de hoofdhuurder de onderhuurder niet goed heeft geïnformeerd over de in de hoofdhuurovereenkomst overeengekomen huurperiode of hij in de huurbeëindigingsprocedure onvoldoende heeft gewaakt voor de belangen van de onderhuurder, is de hoofdhuurder schadeplichtig naar de onderhuurder. Deze kan immers het gehuurde niet meer aan de onderhuurder ter beschikking stellen. De onderhuurder lijdt hierdoor mogelijk schade, omdat hij elders een (mogelijk duurdere) bedrijfsruimte moeten aanhuren en verhuiskosten moet maken.
Meer weten over deze dienst?
Onze specialisten op dit gebied zijn
Maaike Cohen en Bas van Overeem
Bel naar 020 - 262 1 242 of mail via onderstaand formulier.